Zijn bijdragen in Ons Vaderland werden na de oorlog gebundeld
en samen met sommige van zijn brieven uitgegeven als Grachtblommekens (1922).
Tijdens een Patrouilletocht waarvoor hij zich vrijwillig had aangemeld, werd
hij bij vergissing getroffen door een Belgische kogel en stierf in het militair
hospitaal te Hoogstade. In 1932, tijdens de 13de IJzerbedevaart,
werd zijn stoffelijk overschot overgebracht en bijgezet in de crypte van de
IJzertoren. Reeds in 1931 was een 6 meter hoog standbeeld van Renaat de Rudder.
Door K. Aubroeck ontworpen, als hoekpijler van de oorspronkelijke Ijzertoren
onthuld.
Het werd na de vernieling van de IJzertoren in 1946 verwerkt
in de paxpoort (1949).